Tuinieren in januari

Tips

Wat is er in januari te doen in de tuin? Iedere maand geven we je de beste tips voor het onderhoud op het gebied van tuin, gazon, vijver en snoeien.

Shutterstock 1863447622

1. Gazon

  • loop niet op een bevroren gazon of als het gras ontdooit na een vriesperiode. Je loopt ook best niet op het gazon na een langdurige regenperiode.
  • kalk kan nog steeds gestrooid worden
  • laat de grasmaaier nakijken
  • met een spitvork kan je het gazon 'doorprikken' om te zorgen dat teveel aan water steeds kan worden afgevoerd. Strooi eventueel hierna een mengsel van zand en grond (compost) over het gazon.
  • egaliseer of verwijder molshopen. Plaats mollenklemmen. De klem is en blijft het meest doeltreffende middel tegen mollen.

2. Controleer

  • Controleer regelmatig de terras- en kuipplanten in de winterberging. Controleer ze op ziektes en insecten. Laat de potkluit niet uitdrogen en geef regelmatig water (op temperatuur). Vooral bladhoudende soorten niet laten uitdrogen. De winterberging wordt best ook regelmatig gelucht als het weer dit toelaat. Bij zonnige dagen kan in een serre de temperatuur flink oplopen achter glas.
  • Bloembollen zoals dahlia's, gladiolen en canna's controleren op ziektes. Aangetaste rotte exemplaren direct verwijderen.
  • Planten die buiten in potten blijven staan controleren. Zorg ervoor dat er geen overtollig water in de schotels blijft staan. Planten en potten die heel vochtig staan, kunnen tijdens vorstperiodes gemakkelijker vorstschade oplopen.
  • Controleer de kiemkracht van zaden die je hebt overgehouden. Leg wat zaadjes op een vochtig keukenpapier en zet er een glas over. Het zaad is nog bruikbaar wanneer de helft van de zaden ontkiemt.
  • In januari kunnen periodes met vrieskou en vochtige, winderige periodes elkaar afwisselen. De afwisseling van vorst, dooi, regen en opnieuw vorst is vaak schadelijk en funest voor rots- en alpenplanten. Je kan daarom deze plantjes eventueel afdekken met een glasplaat.
  • Controleer boombanden en -palen. Jonge bomen kunnen bij het planten best voorzien worden van een boompaal. Bij wind kunnen de wortels van de jonge bomen namelijk schade oplopen en hebben ze weinig kans om te groeien. Om paal en boom te verbinden gebruikt men vaak boombanden in een achtvormige lus. Bij oude exemplaren kan de elasticiteit van deze banden verminderen of verdwijnen waardoor de stam wordt afgesnoerd en er plekken op de stam ontstaan. Controleer ook bindmateriaal bij klimplanten en bessenstruiken.
  • Bij bessenstruiken moet je ook opletten voor schade door vogels of wild. Konijnen kunnen knagen aan jonge bomen en struiken. Bescherm de stammen.
  • Controleer de zaaibakjes en maak ze eventueel schoon met een heet sopje. Gebruik geen bijtende of agressieve middelen;
  • Oude nestkastjes controleren en schoon maken. Nieuwe kastjes ophangen. Denk aan de vogels. Zorg ook voor warm water.
  • Doordat de lucht in de huiskamer droog kan zijn en de luchtvochtigheid niet optimaal, is het nuttig om kamerplanten eens te benevelen.

3. Planten

  • Een algemene regel in deze periode is dat je niet plant tijdens periodes met vorst. 
  • Verrijk de grond met goed verteerde compost op humusrijke aarde.
  • Bladverliezende bomen en heesters die niet op de juiste plaats staan, kunnen worden verplant als het niet vriest. Zorg ervoor dat de planten voorzien blijven van een flinke wortelkluit. Maak de grond goed los. Zet de planten niet dieper dan ze stonden.
  • Bladverliezende haagplanten planten.
  • Ben je van plan om bessenstruiken aan te planten, informeer je dan op voorhand omtrent de rassen en soorten.
  • Bomen met kale wortels planten.

4. Snoeien

  • Voorjaarsbloeiende struiken zoals forsythia, philadelphus, ribes, weigelia, deutzia, spiraea mag je niet meer snoeien.
  • Dood hout mag steeds worden weggesnoeid bij bomen en heesters.
  • Fruitbomen zoals appels en peren mogen worden gesnoeid, maar niet als het vriest.
  • Blauweregen kun je snoeien door alle zijscheuten in te korten.
  • Let op dat klimplanten zoals wingerd, klimop, blauweregen en klimhortensia, die aan een huisgevel werden geplant, niet in de dakgoot groeien of afvoerpijpen verstoppen.
  • Wilgen maar ook essen, elzen en populieren kunnen geknot worden.

5. Varia

  • Zet de composthoop om, om het verteringsproces te stimuleren.
  • Tegen het einde van de maand kan je takken van forsythia, sierkers, hazelaar of wilg binnen in een vaas zetten.
  • Op de vensterbank kan je al kiemgroenten/spruitgroenten telen.
  • Winterstekken nemen (forsythia, ribes, deutzia...).
  • Blader door de zaadcatalogi en maak je bestellijstje klaar. Stel een teeltplan voor de moestuin op.